Verlatingsangst

Janken, veel blaffen, onzindelijkheid of dingen kapotmaken. Word je op deze manier 'begroet' als je weer thuiskomt? Dan kan je hond last hebben van verlatingsangst. Verlatingsangst ontstaat wanneer je hond overafhankelijk is van jou. Het kan ontstaan zijn, omdat je hond als puppy te vroeg is weggehaald bij de moeder, wanneer hij is achtergelaten, of het ligt gewoon aan het temperament van je hond.

Herkenbaar? Je laat je hond slechts 20 minuten alleen thuis, terwijl jij snel wat boodschappen gaat doen. Wanneer je terugkomt heeft hij de afvalzak op de keukenvloer geleegd, een kussen kapot gemaakt of in de gang geplast. Als dit soort gedrag regelmatig voorkomt dan kan je hond last heben van verlatingsangst.

 

Overafhankelijkheid

Verlatingsangst komt vaker voor bij honden en wordt meestal veroorzaakt door overafhankelijkheid van de eigenaar. Deze afhankelijkheid kan ontstaan doordat ze te vroeg bij hun moeder zijn weggehaald, wanneer ze aan hun lot zijn overgelaten of gewoon vanwege het temperament van de hond.

Het is een moeilijk probleem, maar niet onmogelijk om er wat aan te doen. En met geduld kun je het destructieve gedrag dat samengaat met verlatingsangst volledig overwinnen.

 

Waar je op moet letten

De soorten gedrag die men vaak ziet bij verlatingsangst zijn:

• plassen en/of een grote boodschap doen op ongepaste plaatsen
• destructief kauwen en krabben
• overmatig blaffen of janken
• weigeren te eten of te drinken
• op zichzelf kauwen of zichzelf likken

Wanneer je thuiskomt is er meestal ook een lange overenthousiaste begroeting.

 

Straffen is geen oplossing!

Het bestraffen van je hond is het laatste wat je moet doen in deze situatie. Je hond zal niet in staat zijn om de puinhoop die hij heeft gemaakt terwijl je weg was te associëren met de straf die hij een paar uur later krijgt. Je hond kan net doen alsof hij zich schuldig voelt, maar dit is gewoon onderdanig gedrag. Honden voelen zich niet schuldig, maar kunnen wel anticiperen op straf.

Naar beneden kijken, zijn staart tussen zijn benen verstoppen, zich klein makenn, op zijn rug gaan liggen en zijn buik laten zien; dit zijn allemaal manieren waarop je hond zijn onderdanigheid toont, geen schuld. Hij zegt eigenlijk: "Hé, ik weet dat je de baas bent. Geef me geen straf." Met straffen pak je alleen de tekenen van verlatingsangst aan, maar niet de oorzaak.

 

Komen en gaan

De beste manier om met het probleem om te gaan is het verminderen van de afhankelijkheid en angst die je hond voelt. Dit kan je vrij eenvoudig doen door je hond er aan te laten wennen dat mensen je huis in komen en gaan.

Wanneer je weggaat maak dan geen ophef of drama van het afscheid. Dit zal de angst van je hond alleen maar groter maken. Begroet hem wanneer je terugkomt alleen als je hond gekalmeerd is.

Je kun het weggaan en terugkomen een paar keer oefenen, zodat je hond hieraan gewend raakt. Doe dit meerdere keren per dag en speel het zo alsof je het huis ook daadwerkelijk gaat verlaten.

Rinkel met uw sleutels, pak je tas of koffer, doe je jas aan en ga de deur uit. Je kunt zelfs even in de auto zitten en een rondje rijden. Keer na een minuut of twee weer terug.

Als je hond gewend raakt aan deze korte uitstapjes, verhoog dan geleidelijk de duur hiervan. Je doel is om het huis te kunnen verlaten en weer terug te komen zonder dat je hond waanzinnig wordt of zich misdraagt wanneer je weg bent.

Zodra je hem ongeveer een uur alleen kunt achterlaten kun je hem rustig een hele ochtend of middag alleen laten.

 

Negeer hem gewoon!

Als je problemen met je hond blijft houden, dan moet je de afhankelijkheid direct aanpakken. Dit is moeilijk, omdat je hiervoor je hond ongeveer twee weken moet negeren.

Vraag iemand anders om hem te voeren, met hem te wandelenn en spelen, of beter nog, laat verschillende mensen dit doen. Het zal niet makkelijk zijn om je hond te negeren, vooral niet wanneer hij wanhopig op zoek is naar jouw aandacht, maar na een paar weken zul je zien dat hij veel minder aanhankelijk is.

Zoals altijd, als je problemen hebt met je hond bespreek dit dan met je dierenarts. Deze kan bepalen of het wangedrag van je hond wordt veroorzaakt door verlatingsangst of door een onderliggende medische aandoening.

Je dierenarts kan je ook een gedragsspecialist aanbevelen om je te helpen bij het aanpakken van de verlatingsangst.