De Yorkshire Terriër is energiek, pittig en dominant, maar ook aanhankelijk. Hij wordt beschouwd als een geschikte hond voor appartementen, maar hij kan koppig zijn als het gaat om zindelijkheidstraining.
Voer voor Yorkshire Terrier
Een specifiek ras zoals een Yorkshire Terrier vraagt ook om een specifieke soort hondenvoer, om aan hun dagelijkse voedingsbehoeften te voldoen. Wanneer een Yorkshire Terrier gezond is raden we Hill's Science Plan Adult Small & Mini, Hill's Vet Essentials Multi Benefit + Dental Adult 1+ Small & Mini of Hill's Science Plan Adult Light Small & Mini. Gaat het om een puppy, of juist om een oudere Yorkshire Terrier? Dit vraagt dan ook om een andere soort voeding. Bij specifieke gezondheidsproblemen kunt u bij uw dierenarts vragen naar Hill's Prescription Diet. Bij specifieke gezondheidsproblemen kunt u bij uw dierenarts vragen naar Hill's Prescription Diet.
Yorkshire Terriërs zijn gevoelig voor kou en vatbaar voor verkoudheden, dus ze moeten op de juiste wijze worden beschermd.
Eigenschappen:
lange rug, rechtopstaande oren (van nature)
Verwachtingen:
Energieniveau: zeer energiek
Levensduur: 14-16 jaar
Neiging tot kwijlen: laag
Neiging tot blaffen: hoog
Neiging tot graven: laag Sociale/Aandachtsbehoeften: gemiddeld
Fokdoel:
jacht op klein ongedierte
Vacht:
Lengte: lang
Eigenschappen: steil
Kleuren: Blauw en bruin
Totale behoefte aan verzorging: hoog
Officieel erkend:
Gangbaarheid: algemeen
Yorkshire Terriërs zijn een van de kleinste hondjes, ze zijn maar 15 tot 17 cm hoog en wegen zo tussen de 1 en 4 kg.
Ze hebben een kleine kop en hun snuit is gemiddeld in lengte. De oren zijn v-vormig, staan hoog op de kop en staan rechtop. Het lichaam is compact met een horizontale rug.
Het opvallendste kenmerk aan de Yorkshire Terriër is zijn vacht, die lang, fijn en steil is. Het haar heeft een staalblauwe kleur op het lichaam en de staart en op ander plekken is het bruin. Het lange haar bovenop de kop is nog een karakteristiek kenmerk en is vaak bijeengebonden met een lintje, wat de hond een parmantig uiterlijk geeft.
Yorkshire Terriërs worden ongeveer 12 tot 15 jaar oud.
Persoonlijkheid:
De kleine omvang van de Yorkshire Terriër is niet in overeenstemming met zijn persoonlijkheid, die energiek, pittig en heerszuchtig is. Yorkshire Terriërs zijn aanhankelijk, maar ze vragen ook heel veel aandacht; het ras is een goede keuze voor iemand die zijn hondje alle aandacht en liefde wil geven.
Yorkshire Terriër zijn uitstekende waakhonden. Maar ze kunnen bijterig naar andere kinderen zijn als ze niet respectvol of voorzichtig worden behandeld. Sommige kunnen ook agressief zijn naar andere kleine dieren, maar sommige Yorkies leven redelijk vreedzaam samen met andere honden en zelfs katten.
Yorkshire Terriërs kunnen blaffers zijn, maar het is mogelijk ze te trainen om niet overmatig te blaffen. Sommige kunnen ook koppig zijn als het gaat om zindelijkheidstraining.
Verzorging:
Omdat ze zo klein zijn, hebben Yorkshire Terriërs niet veel ruimte nodig om te bewegen. Ze kunnen ook leren hun behoefte op een krant te doen; daarom zijn het geweldige hondjes voor in een appartement, maar ze vinden het ook leuk om buiten te lopen.
Yorkshire Terriërs verharen weinig, maar hun vacht moet wel regelmatig verzorgd worden om in goede conditie te blijven en er mooi uit te zien. Als ze getrimd worden, moeten ze minimaal één keer per week gekamd of geborsteld worden. Als de vacht lang wordt gehouden, dan zijn er vele uren van verzorging nodig en af en toe een professionele trimbehandeling.
Het ras is gevoelig voor kou en vatbaar voor verkoudheden, dus Yorkshire Terriërs moeten goed tegen slecht weer beschermd worden. Wanneer hij wordt uitgelaten met koud weer, is een hondenjasje geen overbodige luxe.
Geschiedenis:
De Yorkshire Terriër werd ontwikkeld in Yorkshire, Engeland tijdens het Victoriaanse tijdperk. Vermoed wordt dat het ras van verschillende andere terriërs afstamt, o.a. de Maltezer, de zwarte en geelbruine Machester Terriër en de Dandie Dinmont Terriër en ook sommige rassen die nu uitgestorven zijn zoals de Clydesdale Terriër.
Andere historische informatie over het ras is twijfelachtig of tegenstrijdig. Sommigen geloven dat de honden werden gefokt door arbeiders in Noord-Engeland die niet zo makkelijk grote honden konden houden, en toch een pittig gezelschapsdier zochten. Anderen beweren dat de Yorkshire Terriër werd ontwikkeld om ratten te vangen die mijnschachten bevolkten en om in dassen- en vossenholen te kruipen. Nog een andere theorie is dat Schotse arbeiders die in de wolfabrieken van Yorkshire werkten, het ras hebben ontwikkeld.
De originele Yorkshire Terriërs waren groter dan die van tegenwoordig. Door geselecteerd te fokken, werden de honden heel klein en kwam het in de mode om zo'n hondje te bezitten. In de Verenigde Staten verscheen het ras voor het eerst aan het eind van de 19e eeuw in shows. Tegenwoordig is de Yorkshire Terriër hoofdzakelijk een vertroeteld gezelschapsdier en schoothondje.