Alopecie en haarverlies bij honden: oorzaken en behandelingen

Gepubliceerd door
minuten leestijd

Bekijk voeding voor jouw huisdier

Bekijk voeding voor jouw huisdier

Bekijk voeding voor jouw huisdier

Haarverlies — ook wel alopecie genaamd — is heel gewoon bij honden en is meestal goed zichtbaar. Haarverlies kan op één of meerdere plekken voorkomen of over het hele lichaam. Als je hond thuis zijn haar verliest, vraag je je misschien af waarom en of je naar de dierenarts moet gaan. Er zijn veel mogelijke oorzaken van haarverlies bij honden, maar er zijn er vijf die veel voorkomen.

Persoon borstelt een hond die grote plukken haar verliest

1. Rui

Soms is extreem haarverlies bij een hond gewoon de rui. Honden verliezen hun vacht wanneer individuele haren oud worden of beschadigd raken of wanneer het warmer weer wordt. Veel honden zijn het hele jaar door in de rui, vooral aangezien ze meestal binnen leven, in een huis met centrale verwarming. Sommige rassen, zoals Husky's en Labradors, hebben in de winter een dikke ondervacht die ze in de lente verliezen. De rui is vaak minder als je in een gematigd klimaat leeft. Als de rui te intens wordt, kan je je hond twee of drie keer per week borstelen om het overtollige haar te verwijderen.

2. Bacteriële en schimmelinfecties

Er zijn altijd bacteriën en schimmels aanwezig op de hondenhuid, maar soms is de controle weg en ontstaat er een infectie. Bacteriële of schimmelinfecties op de huid kunnen leiden tot haarverlies, vettige huid, roodheid, jeuk en geurtjes. Soms veroorzaken bacteriële infecties puistjes.

Honden kunnen ook besmet raken met ringworm, een schimmel (en geen worm!) die haarverlies en kleine infectiezones veroorzaakt. Rode, jeukende of schilferige plekjes zijn reden voor een bezoekje aan de dierenarts. De dierenarts zal een volledig onderzoek uitvoeren, tests aanraden en indien nodig antibiotica of schimmeldodende middelen voorschrijven om de infectie te behandelen.

3. Schurft en andere parasieten

Schurft is een algemene term voor jeukende huidinfecties die veroorzaakt worden door mijten. Mijten zijn microscopische wezentjes die op het huidoppervlak of in de haarfollikels leven. Ze veroorzaken haarverlies en jeuk door zich in de huid in te graven en erop te kauwen. Sommige mijten, zoals de schurftmijt, zijn zowel voor mensen als voor andere honden besmettelijk, zo schrijft het LICG. Andere mijten, zoals Demodex-mijten, zijn niet besmettelijk, maar ze veroorzaken haarverlies en moeten soms behandeld worden.

Vlooien zijn een zeer veel voorkomende reden dat een hond zijn haar verliest. Vlooien kunnen zoveel jeuk veroorzaken dat een hond zijn eigen haar uitkrabt. De plek van het haarverlies kan een goed aanwijzing zijn, aangezien vlooien er meestal toe leiden dat een hond zich aan zijn kop, zijn hals en de basis van zijn staart gaat krabben.

Vlooien en sommige mijten zijn extreem besmettelijk. Als je een parasiet vindt op je hond, kan deze zich al verspreid hebben in de woning en op je andere huisdieren. Als je mijten of vlooien vindt, kan de huisarts een antiparasitaire behandeling voorschrijven en tips geven om je woning van ongedierte te ontdoen. Denk eraan dat de meeste mijten niet zichtbaar zijn met het blote oog en dat vlooien de meeste tijd doorbrengen in zachte meubels. Dus als je geen parasieten ziet, betekent dat niet dat je hond er geen last van heeft. 

Corgi in groene sweater krabt aan zijn oor.

4. Allergieën

Honden kunnen net als mensen last hebben van allergieën. De meest gebruikelijke symptomen zijn jeukende huid en haarverlies. De meest voorkomende allergieën bij honden zijn:

  • Allergie voor omgevingsfactoren (atopische dermatitis of atopie), zoals pollen, schimmel of stofmijten

  • Vlooienallergieën

  • Voedselallergieën

Als de dierenarts allergieën vermoedt, kan hij een vlooienmiddel of medicijnen tegen de jeuk voorschrijven, aanraden om allergenen te vermijden of een voedselproef uitvoeren om voedselallergieën uit te sluiten.

Voedselallergieën kunnen alleen gediagnosticeerd worden door middel van een voedselproef die minstens 10 tot 12 weken duurt. Als de dierenarts een voedselproef uitvoert met je hond, houdt dit in dat hij een maaltijdplan opstelt met een beperkt aantal ingrediënten of met therapeutisch voer. Het is essentieel dat je hond tijdens de proef niets anders eet. Eén snack of een gestolen stuk kip kan de resultaten al ongeldig maken. Als allergieën de onderliggende oorzaak zijn en ze op de juiste manier behandeld worden, zal het haar van je hond snel teruggroeien en zal hij geen last meer hebben van jeuk.

5. Onderliggende medische aandoeningen

Als een hond haar verliest over zijn hele lichaam of op specifieke plekjes, vooral als ze niet jeuken, kan er sprake zijn van een onderliggende medische aandoening. De huid is het grootste orgaan in het lichaam en heeft enorme hoeveelheden voedingsstoffen en goed fungerende lichaamsfuncties nodig om gezond te blijven. Als je hond een onderliggende medische aandoening heeft, kunnen veranderingen in huid en haar het eerste teken van problemen zijn.

Hormonale aandoeningen, zoals hypothyroïdie of problemen met de bijnier of groeihormonen, kunnen ertoe leiden dat een hond zijn haar verliest. Als de dierenarts vermoedt dat een intern probleem de oorzaak is van het haarverlies, kan hij laboratoriumtests en misschien röntgenfoto's of echo's aanraden om de oorzaak te bepalen.

Overmatige haarverlies kan ook veroorzaakt worden door stress, slechte voeding, dracht of zogen. Als je denkt dat je hond meer haar verliest dan normaal of als hij kale plekjes krijgt, kan je een afspraak maken met de dierenarts. Afhankelijk van de diagnose en algehele gezondheidssituatie van je hond zal hij een behandeling voorschrijven.

Een hond die zijn haar verliest heeft een bezoekje aan de dierenarts nodig, maar het probleem kan meestal worden opgelost met een eenvoudige verandering van voer of medicatie. Het kan wat tijd in beslag nemen om de oorzaak van het haarverlies te vinden, aangezien er zo veel mogelijkheden zijn. Werk daarom samen met de dierenarts en wees geduldig. Als je je hond regelmatig verzorgt en borstelt, weet je wat normaal is voor je hond. Zo merk je de eerste tekenen van een probleem sneller op.

Over de auteur

Dr. Sarah Wooten

Dr. Sarah Wooten

Dr. Sarah Wooten is in 2002 afgestudeerd aan de UC Davis School of Veterinary Medicine. Dr. Wooten is lid van de American Society of Veterinary Journalists en verdeelt haar werkzaamheden tussen een praktijk voor kleine gezelschapsdieren in Greeley, Colorado (VS), het spreken over bijbehorende problemen, leiderschap en klantcommunicatie, en schrijven. Ze houdt van kamperen met haar gezin, skiën en duiken en neemt graag deel aan triatlons.

 

Gecontroleerd door Dr. Hein Meyer, DVM, PhD, Dipl-ECVIM-CA en Dr. Emma Milne BVSc FRCVS