Veel voorkomende gezondheidsproblemen bij kleine hondenrassen

Geschreven door Erin Ollila
minuten leestijd

Bekijk voeding voor jouw huisdier

Bekijk voeding voor jouw huisdier

Bekijk voeding voor jouw huisdier

Gefeliciteerd met je nieuwe hond! Je hebt vooraf waarschijnlijk al over van alles gelezen: van de beste speeltjes voor kleine honden tot hoe je je hond meeneemt op vakantie. Het is echter ook verstandig om op de hoogte te zijn van de meest voorkomende gezondheidsproblemen bij kleine honden.

Dat sommige gezondheidsproblemen vaker voorkomen bij kleine honden betekent natuurlijk niet dat je nieuwe familielid daar ook last van zal krijgen. Maar als zorgzaam baasje wil je niet alleen voorbereid zijn op alle leuke speelse momenten, maar wil je ook weten wat je kunt verwachten mocht er iets misgaan. Lees verder om meer te weten te komen over vijf veel voorkomende gezondheidsproblemen waar kleine honden mee te maken kunnen krijgen.

1. Gebitsaandoeningen

Een goede tandverzorging is belangrijk voor alle honden, maar vanwege hun kleine gebit lopen kleine hondenrassen een groter risico op tandproblemen. Het eerste teken van een gebitsprobleem is vaak een slechte adem, maar je kunt ook tandsteen en rood tandvlees aantreffen. Naarmate de gebitsaandoening langer duurt, kan deze pijn, losse tanden en eetproblemen veroorzaken.

Het is belangrijk dat je een goede routine aanhoudt om het gebit van je hond schoon te houden. Dagelijks tandenpoetsen is de gouden standaard. Met deze gewoonte moet je starten wanneer je hond nog een puppy is, omdat het lastiger is om ermee te beginnen bij oudere honden. Er zijn een aantal voedingsmiddelen, snacks en hondentandpasta's die je kunnen helpen. Let op: gebruik bij het tandenpoetsen van je hond geen gewone tandpasta die voor mensen bedoeld is. Er zijn speciale tandpasta's voor dieren. De dierenarts kan ook specifieke producten aanbevelen die je hond kunnen helpen; hij zal je laten weten wanneer er een volledige gebitsreiniging nodig is.

2. Patellaluxatie (ontwrichte knieschijf)

Patellaluxatie: De patella wordt gewoonlijk de knieschijf genoemd. Deze bevindt zich in een gleuf aan de onderkant van het dijbeen; normaal gesproken wordt hij goed op zijn plaats gehouden door het weefsel rond het kniegewricht. Bij sommige honden, vooral van kleinere rassen, kan de knieschijf uit positie raken; dit heet luxatie. Er kunnen verschillende redenen voor zijn dat dit gebeurt. De gleuf aan de onderkant van het dijbeen kan te ondiep zijn, de poten kunnen gedraaid zijn of het weefsel is niet stevig genoeg om hem op zijn plaats te houden.

De mate van ernst van deze aandoening varieert: sommige honden hebben een knieschijf die bij hoge uitzondering ontwricht raakt - dit gebeurt dan plotseling en is erg pijnlijk - en andere honden hebben knieschijven die zo los zitten dat ze altijd in beweging zijn.

Honden met patellaluxatie vertonen niet altijd tekenen, maar de meeste zullen de poot in kwestie een paar passen dragen en 'overslaan' bij het lopen of er even mee schudden voordat ze weer normaal verder lopen. Deze kreupelheid komt over het algemeen steeds vaker voor naarmate de aandoening vordert en kan leiden tot artritis. De behandeling kan variëren naargelang de ernst van de aandoening, waarbij in ernstigere gevallen een operatie wordt aanbevolen. Als je merkt dat je hond mank loopt of 'huppelt', laat je hem onderzoeken door de dierenarts, die je op de hoogte kan stellen van de behandelopties.

In principe kan patella luxatie bij alle rassen voorkomen. Bepaalde rassen hebben meer kans op de ontwikkeling van een losse knieschijf (erfelijke aanleg), zoals kleine rassen.

Blonde Dwergkeeshond wordt verzorgd

3. Een collaps van de trachea (luchtpijp)

De trachea, beter bekend als de luchtpijp, bestaat uit kleine ringen van onbuigzaam kraakbeen gehuld in een tube van zacht weefsel. Het kraakbeen houdt de luchtweg open, zodat de ademhaling niet gehinderd wordt. Een collaps van de trachea is een chronische, progressieve aandoening die inhoudt dat de ringen van kraakbeen hun stevigheid geleidelijk verliezen. Zo kan de tube beginnen te hangen en in sommige gevallen verstopt raken. Dit maakt het moeilijk om te ademen, vooral tijdens het bewegen of bij stress, wanneer er meer zuurstof nodig is en het heel belangrijk is dat de luchtweg open is.

De meeste honden die problemen hebben met de luchtpijp zijn van middelbare leeftijd of ouder, hoewel jonge honden er soms ook last van krijgen. Het meest gebruikelijke symptoom van dit probleem is een droge, harde hoest die klinkt als een 'toeterende' hoest. Meestal is dit 's nachts erger, of wanneer de hond opgewonden is of er aan zijn halsband wordt getrokken. Als je hond hoest, is het belangrijk om contact op te nemen met de dierenarts. Hoesten kan ook een teken zijn van hartproblemen of infecties, dus het is belangrijk om de oorzaak te achterhalen. Een collaps van de trachea is vaak moeilijk te behandelen, maar obesitas maakt het nog erger. Houd je hond daarom zijn hele leven lang slank. 

4. Mitralisklepaandoening

Een van de ernstigere gezondheidsproblemen bij kleine honden heeft te maken met het hart. Tijdens het ouder worden kunnen de hartkleppen gaan 'slijten' en lekken, waardoor het hart minder goed werkt. Een lek in de mitralisklep, een van de belangrijkste kleppen aan de linkerkant van het hart, wordt mitralisklepinsufficiëntie genoemd. Deze aandoening is genetisch bepaald en komt vaker voor bij bepaalde rassen zoals de Cavalier-kingcharlesspaniël.

De volgende symptomen kunnen zich voordoen: verminderd uithoudingsvermogen, flauwvallen, sneller hijgen, benauwdheid en een dikke buik door vocht in de buik (oedeem). Een ander veel voorkomend symptoom is hoesten dat 's nachts, of na het slapen of liggen, erger wordt.

Honden met ernstige mitralisklepproblemen kunnen risico lopen op congestief hartfalen. Dit is het eindstadium van veel hartziektes, waaronder mitralisklepaandoeningen. Hoe langer het hart op een inefficiënte manier klopt, hoe meer werk het moet verzetten, aangezien het bloed zich ophoopt in het hart en de aderen eromheen en niet goed wordt weggepompt. Dit zorgt ervoor dat het hart steeds groter wordt en de wanden steeds zwakker en nóg minder efficiënt. Dit is een dodelijke vicieuze cirkel. De druk van het opgehoopte bloed zorgt ervoor dat er vloeistof in de longen en ledematen terechtkomt, wat oedeem veroorzaakt.  Het is daarom belangrijk om zo snel mogelijk een bezoekje te brengen aan de dierenarts wanneer je hond tekenen vertoont, zodat je indien nodig met medicatie kan beginnen. De dierenarts zal met een stethoscoop op ruis controleren en eventueel andere onderzoeken uitvoeren, zoals echografieën, röntgenfoto's of ecg's (om het hartritme van je hond te controleren).

Helaas zijn er geen preventieve methoden om deze aandoening te voorkomen. Bij regelmatige controle kan de dierenarts het probleem echter in een zo vroeg mogelijk stadium vaststellen en een plan voor controle en verzorging opstellen. Als je een hond van een klein ras uitkiest, moet je altijd eerst onderzoek doen en alleen kopen bij fokkers die de ouders op hartproblemen hebben getest.

5. Obesitas

Hoewel het verleidelijk kan zijn om je kleine hond veel lekkere dingen te geven, kan dit ervoor zorgen dat hij te dik wordt. Honden met overgewicht kunnen moeite hebben met bewegen en lopen het risico op andere ziekten zoals diabetes en artritis. Als je de ribben van je hond niet goed meer kan voelen of als hij geen duidelijke taille meer heeft, wijst dit erop dat hij overgewicht heeft.

Zorg ervoor dat je je hond de juiste hoeveelheid voer geeft en een beperkt aantal kleine snacks. Geef hem elke dag ook genoeg beweging - al is het maar dat hij thuis of in de tuin met zijn speeltjes speelt.

Als je denkt dat je hond overgewicht heeft en je niet weet wat zijn ideale gewicht is, kan je contact opnemen met de dierenarts. Hij kan je helpen om een goed voedingsplan op te stellen.

Als je een aantal veel voorkomende gezondheidsproblemen bij kleine honden kent, kan je er alles aan doen om je nieuwe hond gezond te houden. Hoewel kleine honden risico lopen op deze gezondheidsproblemen, wil dat natuurlijk niet zeggen dat jouw hond er ook last van zal krijgen. Als je weet waar je op moet letten, kan je hem in een vroeg stadium door de dierenarts laten behandelen of zelfs bepaalde problemen helemaal vermijden.

Over de auteur

Erin Ollila

Erin Ollila is een dierenliefhebber die gelooft in de kracht van woorden en hoe een boodschap het beoogde publiek kan informeren en zelfs transformeren. Haar werk is te vinden op het internet en in gedrukte media. Het omvat interviews, ghostwriting, blog posts en creatieve non-fictie. Erin is een fan van SEO en alles wat met social media te maken heeft. Ze studeerde af aan Fairfield University met een M.F.A. in creatief schrijven. Neem contact met haar op via Instagram @ErinOllila of lees meer over haar op http://erinollila.com.

 

Gecontroleerd door Dr. Hein Meyer, DVM, PhD, Dipl-ECVIM-CA en Dr. Emma Milne BVSc FRCVS

Gerelateerde artikels

Gerelateerde producten